Wijnanda: “Ik kom uit een familie waarin iedereen alles verzamelt behalve kunst. Je ziet iets leuks en dan heb je er op een gegeven moment twee en dan drie en zo ontstaat er een collectie. Het kan van alles zijn, van puddingvormen tot Lalique vazen. Dat je iets hebt waar je niets mee doet, is er met de paplepel ingegoten. De drempel naar het verzamelen van kunst was dan ook al vrij snel weg.”

Toen ik mijn eerste salaris kreeg, in mijn ogen buitensporig veel, heb ik een schilderij gekocht.

Rob: “Ik heb van jongs af aan al veel gezien. Met vakantie gingen we altijd naar musea. Zo leer je onbewust al snel het verschil te zien tussen wat je wel en niet aanspreekt. Wij hebben geen verzameldrift maar ook geen enkel bezwaar tegen het aanschaffen van dingen die gewoon puur mooi en leuk zijn. En Wijnanda heeft er geen bezwaar tegen dat het alsmaar meer wordt. Toen ik mijn eerste salaris kreeg, in mijn ogen buitensporig veel, heb ik een schilderij gekocht. Toen dacht ik: ik kan er wel nog eentje kopen.”

“We zijn ambassadeur van Young Collectors Circle geworden omdat het ons leuk leek een groep jonge verzamelaars te ontmoeten en een nieuwe stroom van informatie te ontdekken die je anders niet snel tegenkomt.”

De verzameling

“Met uitzondering van Jan Schoonhoven zijn alle kunstenaars in onze collectie nog in leven. We focussen ons voornamelijk op jonge kunstenaars. Ze zitten in de beginfase om van hun werk te gaan leven en daarbij is het vaak hard nodig om ze te ondersteunen. Wel is de voorwaarde dat het werk mooi en aansprekend moet zijn. De kunstenaar moet een goed verhaal hebben. Ondanks dat je in eerste instantie een object koopt, moet het verhaal van de kunstenaar integer en eigen zijn.

Ondanks dat je in eerste instantie een object koopt, moet het verhaal van de kunstenaar integer en eigen zijn.

Wanneer we een werk willen kopen ontstaan er drie gedachten: 'had ik maar een groter huis', 'had ik maar een groter budget' en 'ik ga spijt krijgen als ik het niet koop'. Pas wanneer je het gekocht hebt kom je op het punt: wat gaan we er nu mee doen? Dan gaan we er een plek voor zoeken. Dat gaat ook wel eens mis. Het werk van Bob Eikelboom had ergens anders moeten hangen maar hij bleek zo groot te zijn dat we hem maar bij de keuken opgehangen hebben. Boven staat een beeld wat buiten had moeten staan maar het bleek technisch niet door het huis te kunnen. Die is dus letterlijk gestrand.

Het werk van Bob Eikelboom is nu onze favoriet, al wisselt dat ook wel eens. Er zijn maar weinig werken waar we liever niet meer naar zouden willen kijken. En anders staan ze gezellig op zolder te wachten totdat ze weer leuk gevonden worden. Soms raak je uitgekeken op iets wat je eerst heel mooi vond en dan zie je weer iets nieuws dat je aanspreekt. Het is een mooie wisselwerking."

Tips & Tricks

“Kijk allereerst of het kunstwerk kwalitatief goed gemaakt is. Je gaat je eraan ergeren wanneer dat niet zo is. Het werk lijkt eerst zo mooi maar begint dan na de eerste maand om te krullen of uit elkaar te vallen. Er wordt in het kunstonderwijs nauwelijks gekeken naar hoe je kwaliteit maakt, het concept is vaak belangrijker. Maar als je er veel geld aan uitgeeft wil je toch graag dat het minstens 5 jaar mee gaat. Daarmee hangt samen dat je goed naar de kwetsbaarheid van het werk moet kijken. Een werk van papier hang je liever niet in de zon.

Koop met je ogen en niet met je oren.

Koop met je ogen en niet met je oren. Luister zoveel mogelijk naar de kunstenaar en minder naar de galeriehouder. We komen toch te veel mensen tegen die eigenlijk iets gekocht hebben wat ze niet mooi vonden en het toch wilde hebben vanwege de grote naam of het verhaal. Als het werk eenmaal thuis hangt kan dat verhaal ook kwijtraken en dan blijft er niet veel over.

Zorg dat je veel verschillende soorten kunst ziet. Kijk breed! Dat verruimt en verbetert de blik waarmee je naar kunst kijkt.”